golfbreker
Uiterlijk
- Geluid: golfbreker (hulp, bestand)
- golf·bre·ker
- samenstelling van golf en breker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | golfbreker | golfbrekers |
verkleinwoord | golfbrekertje | golfbrekertjes |
de golfbreker m
- (waterbeheer) een langs kust of oever gebouwde constructie om de kracht van golven en stroom te weerstaan of te absorberen om daarmee de wal tegen afkalving te beschermen en/of rustig water als anker/aanlegplaats te verkrijgen
- Een golfbreker kan massief zijn, van zand en steen, maar kan ook bestaan uit een enkele of dubbele rij houten palen.
- havendam, landhoofd, strandhoofd, zeebreker, zeehoofd, afkalving, dam, dijk, duin, golfslag, haven, kust, oever, strand, stroom, zandafslag
1. constructie om de kracht van watergolven te weerstaan
- Het woord golfbreker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "golfbreker" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be