afsluitdam
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afsluitdam (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·sluit·dam
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van afsluiten ww en dam zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afsluitdam | afsluitdammen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (waterbeheer) een dam die een water afsluit van de zee
- ▸ Dat veel mensen alleen de types waker, de dromer en de slaper kennen, is veelzeggend over onze relatie met dijken: ze zijn alom aanwezig, maar we weten er maar weinig over. Zelfs de overheid zit er wel eens naast: de Afsluitdijk zou eigenlijk Afsluitdam moeten heten, omdat hij dwars door het water ligt.[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'afsluitdam' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron
Lambert Teuwissen“Nederlandse dijken niet hoger, maar slimmer” (Zaterdag 13 december 2014, 07:40), NOS