Naar inhoud springen

am

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: AmAM, a.m.
  • Samenstelling van “m” (meter) met het voorvoegsel “a” (atto-)

am

  1. (natuurkunde), (eenheid) symbool voor attometer, een lengte van 10−18 meter


  • am
[A] enkelvoud meervoud
naamwoord am ammen
verkleinwoord

[A] am v

  1. (verouderd) vrouw die het kind van een andere vrouw borstvoeding geeft

[B] am m

  1. (verouderd) stuk aangeslibd land
  • ham (onverkorte uitspraakvariant)
[C] enkelvoud meervoud
naamwoord am amee
amei
verkleinwoord - -

[C] am m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) volk (alleen in onderstaande verbindingen)


am

  1. ben; eerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd van be
    «I am Jennifer.»
    Ik ben Jennifer.


  • am

am

  1. gebiedende wijs van amme
  • am

am

  1. gebiedende wijs van amma
  2. am

am

  1. gebiedende wijs van amme
  • am
  • Samentrekking van de Pennsylvania-Duitse woorden an en em (datiefvorm mannelijk en onzijdig) met verval van de 'n" en de 'e"

am

  1. aan het (met datief)
    «Drauss iss es am schneehe alleweil, awwer wann die Daage laenger warre un’s widder wennich waarm watt, schtaerte die Bauere widder mit ihr Arewet.»
    Buiten is het de hele tijd aan het sneeuwen, maar als de dagen langer worden en het weer een beetje warm wordt, beginnen de boeren weer met hun werk.
  • Duits: an dem, am
  • Engels: wordt vervangen door onvoltooid deelwoord (It's snowing outside all the time, but ...)


am

  1. vagina
  2. kut


am

  1. hebben


am

  1. vorm van -m, verwijzend naar een eerste persoon enkelvoud in bezit van een woord van klasse 6 : mijn


am

  1. (spinachtigen) spin