student
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
![]() |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stu·dent
Woordherkomst en -opbouw
- Van Latijn tegenwoordig deelwoord studens, wat weer komt van studere. In de betekenis van ‘iemand die studeert’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | student | studenten |
verkleinwoord | studentje | studentjes |
Zelfstandig naamwoord
student m
- (onderwijs) iemand die hoger onderwijs volgt
- De universiteit met al haar medewerkers, studenten en onderzoekers vormt een academische gemeenschap.
- ▸ Genie, de student uit Australië, Jetfighter, de vagebond uit Amerika, en Van Go, de burgerman uit Nederland.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Uitdrukkingen en gezegden
- de geslaagde student
- «Aan de geslaagde student wordt een getuigschrift uitgereikt en een lijst met de door hem behaalde resultaten uit het tweede, derde en vierde jaar.»
Vertalingen
1. iemand die hoger onderwijs volgt
de geslaagde student
|
Gangbaarheid
- Het woord student staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "student" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "student" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
Uitspraak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | student | studente |
Woordafbreking
- stu·dent
Woordherkomst en -opbouw
- Van het Nederlandse student
Zelfstandig naamwoord
student
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Engels
enkelvoud | meervoud |
---|---|
student | students |
Zelfstandig naamwoord
student
Nedersorbisch
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Latijnse studens
Zelfstandig naamwoord
student m
Afgeleide begrippen
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- stu·dent
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Latijnse werkwoord studere
Naar frequentie | 6141 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | student | studenten | studenter | studentene |
genitief | students | studentens | studenters | studentenes |
Zelfstandig naamwoord
student m
- (onderwijs) student (mannelijke vorm)
- «Den rødgrønne regjeringen har sviktet alle landets studenter.»
- De rood-groene regering heeft alle studenten van het land in de steek gelaten.
- «Den rødgrønne regjeringen har sviktet alle landets studenter.»
- (onderwijs) studente (vrouwelijke vorm)
Afkorting
Afgeleide begrippen
- hovedfagsstudent, matematikkstudent, studentbolig, studentgetto, studentorganisasjon, studentrabatt, studentopprør, studentrepresentant, studentsamfunn, studentsamskipnad, utvekslingsstudent
Verwante begrippen
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- stu·dent
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Latijnse werkwoord studere
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | student | studenten | studentar | studentane |
Zelfstandig naamwoord
student m
- (onderwijs) student (mannelijke vorm)
- «Rundt 50.000 studentar blokkerer store delar av sentrum av den italienske hovudstaden Roma i protest mot store kutt i utdanningssektoren.»
- Ongeveer 50.000 studenten blokkeren grote delen van het centrum van de Italiaanse hoofdstad Rome uit protest tegen de grote bezuinigingen in het onderwijs.
- «Rundt 50.000 studentar blokkerer store delar av sentrum av den italienske hovudstaden Roma i protest mot store kutt i utdanningssektoren.»
- (onderwijs) studente (vrouwelijke vorm)
Afgeleide begrippen
- hovudfagsstudent, matematikkstudent, studentbolstad, studentgetto, studentorganisasjon, studentrabatt, studentopprør, studentrepresentant, studentsamfunn, studentsamskipnad, utvekslingsstudent
Verwante begrippen
Afkorting
Oppersorbisch
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Latijnse studens
Zelfstandig naamwoord
student m
Afgeleide begrippen
Pools
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Latijnse studens
Zelfstandig naamwoord
student m
Afgeleide begrippen
Schots
Zelfstandig naamwoord
student
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Tsjechisch
Uitspraak
Woordafbreking
- stu·dent
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Latijnse studens
Zelfstandig naamwoord
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
nominatief | student | studenti | |
genitief | studenta | studentů | |
datief | korte vorm | studentu | studentům |
lange vorm | studentovi | ||
accusatief | studenta | studenty | |
vocatief | studente | studenti | |
locatief | korte vorm | studentu | studentech |
lange vorm | studentovi | ||
instrumentalis | studentem | studenty |
Schrijfwijzen
Synoniemen
- studující mbezield
- (in het hoger onderwijs) posluchač mbezield, vysokoškolák mbezield
- (spreektaal) študák mbezield
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Verwijzingen
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Zweeds
Zelfstandig naamwoord
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | student | studenten | studenter | studenterna |
genitief | sudents | studentens | studenters | studenternas |
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Onderwijs in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Afrikaans
- Woorden in het Afrikaans met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans
- Onderwijs in het Afrikaans
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 7
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Onderwijs in het Engels
- Woorden in het Nedersorbisch
- Zelfstandig naamwoord in het Nedersorbisch
- Onderwijs in het Nedersorbisch
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 7
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Noors
- Onderwijs in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 7
- Woorden in het Nynorsk met audioweergave
- Woorden in het Nynorsk met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nynorsk
- Onderwijs in het Nynorsk
- Woorden in het Oppersorbisch
- Zelfstandig naamwoord in het Oppersorbisch
- Onderwijs in het Oppersorbisch
- Woorden in het Pools
- Zelfstandig naamwoord in het Pools
- Onderwijs in het Pools
- Woorden in het Schots
- Zelfstandig naamwoord in het Schots
- Onderwijs in het Schots
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Woorden in het Tsjechisch met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Onderwijs in het Tsjechisch
- Mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Bezield mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Spreektaal in het Tsjechisch
- Woorden in het Zweeds
- Woorden in het Zweeds van lengte 7
- Zelfstandig naamwoord in het Zweeds
- Onderwijs in het Zweeds