spookstudent
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spook·stu·dent
Woordherkomst en -opbouw
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | spookstudent | spookstudenten |
| verkleinwoord | spookstudentje | spookstudentjes |
Zelfstandig naamwoord
de spookstudent m
- (onderwijs) een student die staat ingeschreven bij een instelling voor hoger onderwijs, maar niet (meer) komt opdagen
- In de loop van het collegejaar nam het aantal spookstudenten toe doordat studenten met de opleiding stopten.
- (onderwijs) een student die een studiebeurs krijgt, maar geen contact heeft gehad met de onderwijsinstelling
- (onderwijs) een student die bij zijn/haar ouders woont, maar geregistreerd staat op een eigen adres te wonen om zo de hoge uitwonende studiebeurs te krijgen