Naar inhoud springen

studente

Uit WikiWoordenboek
  • stu·den·te
  • afgeleid van student met het achtervoegsel -e
enkelvoud meervoud
naamwoord studente studentes
verkleinwoord studentetje studentetjes

de studentev

  1. (persoon) (onderwijs) vrouw die hoger onderwijs volgt
     Tijdens de voorlichting komt De Smeth met cijfers uit een onderzoek van Trimbos naar drugsgebruik onder 32.217 studenten in 2023. Daaruit blijkt dat 51 procent nog nooit cannabis heeft genuttigd, 92 procent nog nooit 3-MMC heeft genomen, 79 procent nog nooit xtc heeft geslikt en 88 procent nog nooit cocaïne heeft gebruikt. De studenten in de zaal kunnen het niet geloven. (…) Een studente denkt dat mensen de vragenlijst niet eerlijk invullen.[1]
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. Bronlink geraadpleegd op 24 augustus 2024 Weblink bron
    Lyanne Levy
    “Groningse universiteit informeert tijdens introductieweek over drugs als 3-MMC, want verbieden helpt niet” (20 augustus 2024) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


studente mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord student


  • stu·den·te
enkelvoud meervoud
studente studenti

studente m

  1. student


  • IPA: /stʊdɛntɛ/

studente

  1. vocatief enkelvoud van student