geneeskundestudent

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  geneeskundestudent    (hulp, bestand)
• IPA: / ɣəˈneskʏndəstyˌdɛnt / (6 lettergrepen)

Woordafbreking

• ge·nees·kun·de·stu·dent

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  geneeskunde zn  en  student zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	geneeskundestudent	geneeskundestudenten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de geneeskundestudent m

1. iemand die aan het leren is om dokter te worden

   • Professor Watson kende het fenomeen van toen ze in Kenia werkte als geneeskundestudent. Dit was het vierde geval dat ze vaststelde in Australië. "We hebben een bepaalde hoeveelheid vitamine A nodig zodat onze cellen zich voldoende kunnen ontwikkelen. Vaak wordt echter niet aan een vitaminetekort gedacht omdat de kinderen er doorvoed uitzien."  
   • Het hart van de Amerikaanse Sarah Cummins brak toen zij en haar verloofde een week geleden hun bruiloft afbliezen. Alles was geregeld: van de locatie, tot de taart en het eten. Om er toch nog iets moois van te maken, besloot de 25-jarige geneeskundestudent 170 daklozen uit te nodigen om samen met hen alsnog van het diner te kunnen genieten.  
   • "Deze drukte hadden we niet voorzien." Niels Pesser is geneeskundestudent aan de Radbouduniversiteit in Nijmegen. Samen met zijn vader, die apotheker is, ontwikkelde Pesser de anti-katerpil Zober!. Na een hoop media-aandacht is de verkoop nu al moeilijk bij te houden.  

Gangbaarheid

• Het woord geneeskundestudent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.