stam
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stam
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘deel van boom’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stam | stammen |
verkleinwoord | stammetje | stammetjes |
Zelfstandig naamwoord
stam m
- (biologie) een stengel, de dikke houtige stam van een plant
- (biologie) een boomstam, het deel van de boom tussen de wortels en de kruin
- (genealogie) geslacht, familielijn
- (antropologie) een volksstam, een samenlevingsvorm bestaande uit groep meer en minder verwante mensen, die meestal minder technologisch gevorderd is
- (biologie) een grote ader die in kleinere aderen vertakt
- (biologie) een taxon dat bestaat uit een of meer klassen en dat deel uitmaakt van een rijk
- (taalkunde) een onvervoegde of onverbogen woordvorm
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. (biologie) een stengel, de dikke houtige stam van een plant
2. (biologie) een boomstam, het deel van de boom tussen de wortels en de kruin
|
|
4. (antropologie) een samenlevingsvorm bestaande uit groep meer en minder verwante mensen, die meestal minder technologisch gevorderd is
|
7. (taalkunde) een onvervoegde of onverbogen woordvorm
Werkwoord
vervoeging van |
---|
stammen |
stam
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stammen
- Ik stam.
- gebiedende wijs van stammen
- Stam!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stammen
- Stam je?
Gangbaarheid
- Het woord stam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stam" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "stam" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Deens
Woordafbreking
- stam
Werkwoord
stam
- gebiedende wijs van stamme
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- stam
Woordherkomst en -opbouw
- Bijvoeglijk naamwoord: Afkomstig van het Oudnoorse bijvoeglijke naamwoord stamr
- Zelfstandig naamwoord: Herkomst onbekend, misschien afkomstig van het Noorse zelfstandige naamwoord stamme
Naar frequentie | > 50000 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | stam | stammere | stammest |
o enkelvoud | stamt | |||
meervoud | stamme | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
stamme | stamme | stammere |
Bijvoeglijk naamwoord
stam
Werkwoord
stam
- gebiedende wijs van stamme
![](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/1/18/Squalius_cephalus_Prague_Vltava_2.jpg/200px-Squalius_cephalus_Prague_Vltava_2.jpg)
Twee kopvoorns.
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | stam | stammen | stammer | stammene |
genitief | stams | stammens | stammers | stammenes |
Zelfstandig naamwoord
stam m
Synoniemen
Hyperoniemen
Nynorsk
Woordafbreking
- stam
Woordherkomst en -opbouw
- Bijvoeglijk naamwoord: Afkomstig van het Oudnoorse bijvoeglijke naamwoord stamr
- Zelfstandig naamwoord: Herkomst onbekend, misschien afkomstig van het Nynorske zelfstandige naamwoord stamme
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | stam | stammare | stammast |
o enkelvoud | stamt | |||
meervoud | stamme | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
stamme | stamme | stammare |
Bijvoeglijk naamwoord
stam
Werkwoord
stam
- gebiedende wijs van stamma
Schrijfwijzen
Werkwoord
stam
- gebiedende wijs van stamme
Schrijfwijzen
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | stam | stammen | stammar | stammane |
Zelfstandig naamwoord
stam m
Synoniemen
Hyperoniemen
Zweeds
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | stam | stammen | stammar | stammarna |
genitief | stams | stammens | stammars | stammarnas |
Zelfstandig naamwoord
stam, g
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Biologie in het Nederlands
- Antropologie in het Nederlands
- Taalkunde in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Deens
- Woorden in het Deens van lengte 4
- Werkwoordsvorm in het Deens
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 4
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Noors
- Werkwoordsvorm in het Noors
- Zelfstandig naamwoord in het Noors
- Dierkunde in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 4
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nynorsk
- Werkwoordsvorm in het Nynorsk
- Zelfstandig naamwoord in het Nynorsk
- Dierkunde in het Nynorsk
- Woorden in het Zweeds
- Woorden in het Zweeds van lengte 4
- Zelfstandig naamwoord in het Zweeds