pointer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • poin·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘hondensoort’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1864 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord pointer pointers
verkleinwoord pointertje pointertjes

Zelfstandig naamwoord

de pointerm

  1. staande jachthond
  2. (informatica) variabele waar een geheugenadres in staat
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

77 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Zelfstandig naamwoord

pointer

  1. pointer
  2. (informatica) pointer


Frans

Uitspraak

Werkwoord

pointer

  1. (spreektaal) naaien, neuken [1]
  2. (spreektaal) verkrachten

se pointer

  1. wederkerend (spreektaal) komen aanzetten, opdagen
    «Joseph s'est pointé devant la boîte quand tout le monde était d'jà entré.»
    Joseph kwam pas opdagen bij de disco toen iedereen al naar binnen was. [1]

Verwijzingen