does

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • does
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘hondensoort’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1914 [1] [2] [3] [4] [5]
enkelvoud meervoud
naamwoord does doezen
verkleinwoord doesje doesjes

Zelfstandig naamwoord

does m [6] [7] [8] [9] [10]

  1. hondensoort, krulhond, kardoes, poedel
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
aapnootMiesWimzusJetTeunvuurGijslamkeesbokweidedoeshokduifschapen
grote leesplank, met klikbare woorden
Vertalingen

Gangbaarheid

48 % van de Nederlanders;
28 % van de Vlamingen.[11]

Verwijzingen


Engels

Uitspraak

Werkwoord

does

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van (to) do

Zelfstandig naamwoord

does

  1. meervoud van doe