hondenras

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

De Chihuahua (linksonder) en Duitse dog (rechts) tonen de enorme verschillen tussen hondenrassen
Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·den·ras
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hondenras hondenrassen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het hondenraso

  1. groep honden met overeenkomende eigenschappen
    • Hoewel men officieel moet spreken van hondenrassen en niet van verschillende hondensoorten is het toch twijfelachtig of een Deense dog en een Chihuahua nog met elkaar kunnen paren en komen tot vruchtbaar nageslacht. 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen