zweethond

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

zweethond
Uitspraak
Woordafbreking
  • zweet·hond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zweethond zweethonden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zweethondm

  1. hond uit een ras gefokt om het spoor van aangeschoten wild te volgen; hond die zweetwerk verricht
     De Hannoveraanse zweethond –verwant aan de bloedhond– kan soms sporen volgen die meer dan een week oud zijn. De naam zegt het al: hij valt onder de zweethonden, een ras dat wordt ingezet om herten, reeën en wilde zwijnen op te sporen na de jacht. Zweethonden worden ook ingezet om aangereden wild te zoeken. Zweet is een jagersterm voor bloed.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “Verschillende jachthonden” (15-10-2010), Reformatorisch Dagblad