mastiff
Uiterlijk
- mas·tiff
- uit het Engels [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mastiff | mastiffs |
verkleinwoord |
de mastiff m
- grote hond met een heel los rimpelig vel bij het hoofd
- ▸ Dyer raakte woensdagochtend gewond terwijl ze een 39 kilo zware Argentijnse mastiff, ook bekend als 'Dogo Argentino', onder zijn kin kroelde. De eigenaar van de hond was bij het voorval aanwezig, net als de brandweerman die de hond een dag eerder uit het ijskoude water van een meertje had weten te redden.[2]
- ▸ De hond, een Tibetaanse mastiff, werd gebruikt omdat 'een lege kooi er slecht uit zou zien'.[3]
- Amerikaanse cockerspaniël
- Amerikaanse waterspaniël
- barzoi
- basset
- beagle
- bloedhond
- bobtail
- boxer
- buldog
- bulldog
- bulterriër
- chihuahua
- chowchow
- cockerspaniël
- collie
- corgi
- dalmatiër
- dashond
- Deense dog
- Engelse cockerspaniël
- dobermann
- dobermannpincher
- does
- dog
- Duitse herder
- Duitse herdershond
- fox
- foxterriër
- hazewind
- hazewindhond
- herder
- herdershond
- kardoes
- keeshond
- kooikerhond
- labrador
- labrador-retriever
- mops
- newfoundlander
- pikhaar
- pitbull
- pitbullterriër
- poedel
- pointer
- poolhond
- retriever
- rottweiler
- schapendoes
- scheper
- schipperke
- schnauzer
- setter
- sint-bernard
- sint-bernardshond
- spaniël
- spitshond
- stabij
- taks
- teckel
- terriër
- waterspaniël
- windhond
- yorkshireterriër
- zweethond +
- Het woord mastiff staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mastiff" herkend door:
58 % | van de Nederlanders; |
36 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ mastiff op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “70 hechtingen voor door hond gebeten presentatrice” (14-02-2012), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Dierentuin 'blaffende leeuw' gesloten” (16-08-2013), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be