neuken
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- neu·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
neuken |
neukte |
geneukt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
neuken
- overgankelijk (dysfemisme) (seksualiteit) geslachtsgemeenschap hebben
- Zij lagen in die kamer te neuken.
- (verouderd) stoten; duwen
Synoniemen
- batsen, copuleren, naaien, seksen, boren, bedvogelen, beminnen, ketsen, wippen, knuffelen, kroelen, flikflooien
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. geslachtsgemeenschap hebben
Gangbaarheid
- Het woord neuken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "neuken" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "neuken" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ neuken op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Dysfemisme in het Nederlands
- Seksualiteit in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %