drift

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • drift
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord drift driften
verkleinwoord driftje driftjes

Zelfstandig naamwoord

drift v / m [3]

  1. sterke en plotselinge opwelling van woede bijv. agressiedrift
  2. heftige neiging bijv. bekeringsdrift, broeddrift
  3. (scheepvaart) door wind of stroming veroorzaakte afwijking van de koers van een schip, afdrift, winddrift
  4. groep dieren bijv. zwanendrift
  5. weg waarlangs dieren gedreven wordt, eendendrift, schapendrift
  6. (verouderd) (Kaapkolonie) een doorwaadbare plaats waar het vee of de ossenwagen door de river gedreven kan worden
    • ..maar de Gouverneur vond goed nog vier uuren voort te ryden tot aan de drift van de Nysna alwaar wy laat in den avond aankwamen, juist op een ogenblik dat de vloed op desselvs grootste hoogte was en dienvolgens onmogelyk om de drift te passeeren. [4] 
Uitdrukkingen en gezegden
  • iemand raakt op drift
iemand doet anders dan normaal domme dingen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
driften

drift

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van driften
  2. gebiedende wijs van driften

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • drift

Zelfstandig naamwoord

drift monbezield

  1. drift
Verbuiging
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties

Meer informatie

Verwijzingen