indrift
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·drift
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | indrift | indriften |
verkleinwoord | indriftje | indriftjes |
Zelfstandig naamwoord
- toegangspad
- Kun jij het vee even over de indrift drijven?
Gangbaarheid
- Het woord 'indrift' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.