Naar inhoud springen

weten

Uit WikiWoordenboek
  • we·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
weten
wist[4]
geweten[4]
onregelmatig volledig

weten

  1. ergens kennis van hebben
    • Hoe kun je dat nou weten als die stof nog nooit behandeld is? 
     Want het was goed hier, om niet te zeggen perfect, en ik zag geen reden waarom ik hier niet net zo lang zou kunnen blijven tot ik wist waar ik naartoe moest gaan.[5]
  2. ~ te: erin slagen
    • Hij wist zijn vader zover te krijgen hem dat geld te geven. 
     Heffingen maakten Chinese auto's niet duurder:Afgelopen zomer voerde de EU nog heffingen in om de Europese auto-industrie te beschermen tegen de veel goedkopere auto's uit China. Maar volgens brancheorganisatie Bovag hebben de heffingen niet geleid tot hogere prijzen voor Chinese elektrische auto's. "De Chinese bedrijven hebben de hogere prijzen kennelijk weten te absorberen. Dat laat ook zien hoe efficiënt zij auto's kunnen produceren", zegt Geert Brummelhuis van Bovag.[6]
  3. te weten te komen: iets ontdekken
    • De spion probeerde te weten te komen waar de atoomwapens lagen. 
  4. beseffen
    • Als je dat maar weet! 
     Er is immers geen sprake van verlies, echtscheiding of overlijden en verder weten we allebei dat we elkaar na een x aantal maanden weer zullen zien.[7]
  5. laat weten: zeggen wat men vindt van iets
     De VU laat aan de NOS weten te waarderen dat het werkveld erg betrokken is. "De realiteit blijft echter dat de afdeling Aardwetenschappen langdurig te maken heeft met structurele financiële tekorten, ondanks eerdere reorganisaties en gedeeltelijk steun van andere afdelingen. Deze structurele tekorten zijn niet langer mogelijk gezien de bezuinigingsopgave waar we als faculteit, maar ook als universiteit in haar geheel, nu voor staan."[8]
     De ANVR laat in een reactie weten teleurgesteld te zijn en overweegt een hoger beroep.[9]
  • [1] weet wat je zegt, maar zeg niet alles wat je weet
    wees zorgvuldig met de informatie die je geeft
  • [1] hij heeft de klok wel horen luiden, maar weet niet waar de klepel hangt
    zijn standpunt is gebaseerd op zeer gebrekkige kennis van de feiten
  • [1] je weet nooit hoe een koe een haas vangt
    het kan onverwacht toch lukken
  • [4] laat uw linkerhand niet weten wat uw rechterhand doet
    als je een ander helpt, moet je er niet beter van willen worden
vervoeging van
wijten

weten

  1. meervoud verleden tijd van wijten
    • Wij weten. 
    • Jullie weten. 
    • Zij weten. 
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[11]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. weten op website: Etymologiebank.nl
  3. "weten" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  4. 1 2 Weten is van oorsprong zwak: wist komt van *weetde. Het voltooid deelwoord is sterk geworden, maar niet in bijvoorbeeld bewust.
  5. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers op Wikipedia, ISBN 978-90-295-2622-7, p. 18
  6. Bronlink geraadpleegd op 24 april 2025 Weblink bron
    Aïda Brands
    “Chinese elektrische auto's booming in Europa ondanks heffingen” (24 april 2025), NOS
  7. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  8. Bronlink geraadpleegd op 6 mei 2025 Weblink bron
    Sven Schaap
    “Werkveld luidt noodklok op actiedag tegen verdwijnen aardwetenschappen VU” (6 mei 2025), NOS
  9. Bronlink geraadpleegd op 25 april 2025 Weblink bron “Den Haag krijgt gelijk van de rechter: verbod op fossiele reclames mag” (25 april 2025), NOS
  10. Bronlink geraadpleegd op 27 juni 2022 Weblink bron “Duidelijkheid over vliegvakantie komt met horten en stoten (en rijkelijk laat)” (24 juni 2022), NU.nl
  11. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

weten

  1. weten

weten

  1. weten