know
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Engels
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- (erfwoord) Ontwikkeld uit Middelengels knowen, uit Oudengels cnāwan “(leren) kennen”, “herkennen”, uit Germaans *knēan-, verwant aan Duits kennen, Nederlands kennen, enz.
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to know |
he/she/it | knows |
verleden tijd | knew |
voltooid deelwoord |
known |
onvoltooid deelwoord |
knowing |
gebiedende wijs | know |
Werkwoord
know