nultrap
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nul·trap
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van nul en trap
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nultrap | nultrappen |
verkleinwoord | nultrapje | nultrapjes |
Zelfstandig naamwoord
nultrap m
- (taalkunde) in een ablautreeks de algehele verdwijning van een klinker in een woord na loop van tijd
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord nultrap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "nultrap" herkend door:
29 % | van de Nederlanders; |
37 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be