kalf


Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kalf
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘jong van een koe’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
- [1] van Middelnederlands calf [2]
- [3] van Jiddisch חלף (challef) [3][4]
1 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | kalf | kalveren |
verkleinwoord | kalfje | kalfjes kalvertjes |
2, 3 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | kalf | kalven |
verkleinwoord | kalfje | kalfjes |
Zelfstandig naamwoord
kalf o
- (dierkunde) (veeteelt) jong van het rund en sommige andere zoogdieren
- (bouwkunde) horizontale dorpel of regel tussen deur en bovenlicht
- (Jiddisch-Hebreeuws) groot mes
Synoniemen
- [2] tussendorpel
Verwante begrippen
- [2] bovendorpel, dorpel, kozijn, onderdorpel, raamwerk
- [3] Jiddisj: challef
Hyponiemen
Uitdrukkingen en gezegden
- De dans om het gouden kalf[5]
De strijd om het vergaren van rijkdom
- Het gemeste kalf slachten
Een overvloedig diner houden; een groot feest geven
- Het gouden kalf aanbidden[6]
Veel te veel gefocust zijn op geld en rijkdom
- Over koetjes en kalfjes praten
Over onbelangrijke dingen praten
- Vijf poten aan een kalf zoeken
Naar iets zoeken wat er niet is
Spreekwoorden
- Als het kalf verdronken is, dempt men de put.
Beschermende maatregelen worden vaak pas genomen als het kwaad al is geschied.
- Met een dood kalf is het goed sollen.
Met iets wat toch al gedoemd is verloren te gaan, kan men alles wel doen en uitproberen
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. jong van het rund en sommige andere zoogdieren.
|
|
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kalven |
kalf
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kalven
- Ik kalf.
- gebiedende wijs van kalven
- Kalf!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kalven
- Kalf je?
Gangbaarheid
- Het woord kalf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "kalf" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[7] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "kalf" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ kalf op website: Etymologiebank.nl
- ↑ kalf op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Deze uitdrukking verwijst naar het uit de
- ↑ Deze uitdrukking verwijst naar het uit de
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kalf | kalwers |
Zelfstandig naamwoord
kalf
Categorieën:
- Jiddisch-Hebreeuws in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 of 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Dierkunde in het Nederlands
- Veeteelt in het Nederlands
- Bouwkunde in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Meervoud in -eren
- Woorden in het Afrikaans
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans