zuigkalf
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zuig·kalf
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zuig ww en kalf
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zuigkalf | zuigkalveren |
verkleinwoord | zuigkalfje | zuigkalfjes |
Zelfstandig naamwoord
het zuigkalf o
- (veeteelt) een kalf dat nog bij de moeder melk drinkt
- We hebben nog een zuigkalf.
Gangbaarheid
- Het woord 'zuigkalf' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zuigkalf" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be