kalvermester
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kal·ver·mes·ter
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van kalver (afgeleid van de Middelnederlandse meervoudsvorm calver van calf) en mester.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kalvermester | kalvermesters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de kalvermester m
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. iemand die kalveren slachtrijp opkweekt
Gangbaarheid
- Het woord kalvermester staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.