kalfsvel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kalfs·vel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kalfsvel kalfsvellen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het kalfsvelo

  1. het vel van een kalf
    • Als je het geheel handzaam wilde houden, kwam je er niet met gewoon perkament – veel te dik. Ze werden geschreven op een vliesdun soort perkament, waarvan de productietechnieken onder de nevelen van de tijd bedolven zijn geraakt. Moderne boekwetenschappers omschrijven het materiaal gewoonlijk met de term ‘uterien vellum’, wat zoiets betekent als ‘kalfsvel uit de baarmoeder’. [3] 
  2. het leer gemaakt van het vel van een kalf
    • Beneden staat Danny zijn trom met pleisters te beplakken. ,,Het ziet er niet uit, ik weet het. Maar kalfsvel kan ik niet gebruiken, want dat krimpt als het afkoelt 's avonds. Ik gebruik dus plastic, maar dat geeft een lelijke klank. Die probeer ik eruit te krijgen door die pleisters erop te plakken. Hij neemt zijn drumstick en probeert. ,,Hoor je, zo klinkt het al beter. [4] 
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • het kalfsvel volgen
soldaat zijn
  • Wie naar zijn moeder en vader niet hoort moet het kalfsvel volgen.
Als je niet naar je vader en moeder wilt luisteren, moet maar soldaat worden
Vertalingen

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen