kalfsvlees

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kalfs·vlees
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kalfsvlees -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het kalfsvleeso

  1. (voeding) vlees van een kalf (dus rundvlees)
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen