Naar inhoud springen

hulp

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hulp
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bijstand’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
  • [2]
2 enkelvoud meervoud
naamwoord hulp hulpen
verkleinwoord hulpje hulpjes

Zelfstandig naamwoord

hulp v/m

  1. handeling om iemand steun of bijstand te verlenen
  2. iemand die ondersteuning of bijstand geeft
  3. hulpmiddel bijv. een hulpmotor
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
  • eerste hulp verlenen aan
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen