burenhulp
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bu·ren·hulp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | burenhulp | burenhulpen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- hulp en zorg die verleent wordt door mensen die dicht bij elkaar wonen
- Ook vanuit de gemeente Groningen is er wel degelijk 'burenhulp' verleend, zegt Rehwinkel. 'Voorafgaand, tijdens en na afloop van Project X zijn diverse ambtenaren van de gemeente Groningen ingezet om de gemeente Haren te ondersteunen." [2]
- Opvallend is volgens Van der Velde dat 48 procent van de bewoners aangeeft het afgelopen jaar burenhulp te hebben verleend. [3]
- Het noaberschop schijnt langzaam te verdwijnen. Door de drukke sociale levens van mensen en de opkomst van internet en social media is er steeds minder behoefte aan deze vorm van burenhulp. [4]
Gangbaarheid
- Het woord burenhulp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "burenhulp" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 21-03-13 Rehwinkel: 'Wel behulpzaam bij rellen Haren'
- ↑ Tubantia 21-07-09 Domijn opnieuw aan tafel met Het Bijvank
- ↑ Tubantia 16-02-12 Blog: goede noabers
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be