hulpstuk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hulp·stuk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hulp en stuk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hulpstuk | hulpstukken |
verkleinwoord | hulpstukje | hulpstukjes |
Zelfstandig naamwoord
het hulpstuk o
- onderdeel dat een apparaat extra functies kan geven
- Schaaf de aardappelen op het geribbelde mes van een mandoline (houten plankje waarin meerdere roestvrijstalen schaafmessen zijn gemonteerd) tot julienne, of gebruik daarvoor een food processor met julienne-hulpstuk. Met een goed keukenmes kunnen de aardappels natuurlijk ook tot luciferdunne staafjes worden gesneden, al vergt dat werkje meer tijd [1]
- hulpmiddel
- Jet Schouten en Linda Stoltenberg van het consumentenprogramma Radar hebben de Loep gewonnen. Zij kregen de prijs voor onderzoekjournalistiek voor hun tv-reportage ‘Mandarijnennetje als implantaat’. Om aan te tonen dat de overheidscontrole op medische hulpstukken niet deugt, deden zij zich voor als een bedrijf dat een bekkenbodemmatje op de markt bracht. Het ontwerp was gebaseerd op een mandarijnennetje en bevatte bewust de eigenschappen van bestaande ondeugdelijke implantaten. [2]
- verbindingsstuk tussen o.a. buizen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord hulpstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hulpstuk" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ NRC Florine Boucher 28 mei 1997
- ↑ NRC 23 november 2015
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be