grootmoeder
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands

Uitspraak
- Geluid: grootmoeder (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣrotmudər / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- groot·moe·der
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘moeder van iemands vader of moeder’ voor het eerst aangetroffen in 1482 [1]
- samenstelling van groot en moeder
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grootmoeder | grootmoeders |
verkleinwoord | grootmoedertje | grootmoedertjes |
Zelfstandig naamwoord
grootmoeder v
- (familie) de moeder van een ouder
- paternale grootmoeder: moeder van vader
- maternale grootmoeder: moeder van moeder
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een moeder van een ouder
Gangbaarheid
- Het woord grootmoeder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "grootmoeder" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "grootmoeder" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Weblink bron “'Je kunt het verdriet in de zaal bijna voelen'” (17 april 1998), De Volkskrant
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Familie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %