grootmoedertjes

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groot·moe·der·tjes

Zelfstandig naamwoord

de grootmoedertjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord grootmoeder

de grootmoedertjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord grootmoe