opoe
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- opoe
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opoe | opoes |
verkleinwoord | opoetje | opoetjes |
Zelfstandig naamwoord
opoe v
- Grootmoeder, oma een vrouw met kleinzoon of kleindochter.
- Er bestaan veel dialectwoorden voor oma zoals bomma, memme, metje, moemoe, moeke, beppe, opoe.
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord opoe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "opoe" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "opoe" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ opoe op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be