baba

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

Woordafbreking
  • ba·ba
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord baba baba's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

babá m

  1. (kookkunst) rond cakeje, gedrenkt in een zoete alcoholische drank
    • Baba met smaken van citrus en kruiden is het recept van de winnaar van het Franse kampioenschap ‘plated desserts’ 2018: Francois Josse. [4]
  2. (Suriname) heer van Hindostaanse afkomst
    • Niet onvriendelijk - ‘wij kennen u al zo lang, baba, en kijkt u nu eens wat wij vinden’ - schoof de douanechef een metalen pijp met een doorsnede van zo'n tien centimeter over het bureaublad naar hem toe en trok er vervolgens een fles rum uit. [5]
Hyponiemen
Opmerkingen
  • Het gerecht baba ganoush op Wikipedia (nl) komt uit Noord-Afrika en heeft als woord weer een heel andere herkomst.
enkelvoud meervoud
naamwoord baba baba's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

bába m

  1. (Nederlands-Indië) Chinese man (zowel aanspreekvorm en aanduiding)
    • De Chinees vroeg Charles zelf te spreken, al buigende, verlegen lachende, in zijn krom Maleis, of meneer het niet zo kon schikken, voor één keer maar, hij was niet klaargekomen met de lading, zijn contract, Singapore, alle schade! (…) Charles keek hem aan. ‘Baba, wat is dat nu? Waarom vraag je zo iets van mij; na acht uur, poekoel boem, niet meer uitvaren en afgelopen. [6]

Gangbaarheid

22 % van de Nederlanders;
21 % van de Vlamingen.[7]

Meer informatie

Verwijzingen


Frans

Uitspraak
  enkelvoud meervoud
  mannelijk   baba -
  vrouwelijk   - -

Bijvoeglijk naamwoord

baba

  1. stomverbaasd
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  baba     le baba     babas     les babas  

Zelfstandig naamwoord

baba m

  1. (kookkunst) baba, rond cakeje, gedrenkt in een zoete alcoholische drank
  2. (spreektaal) kont [1]

Verwijzingen


Hongaars

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba‧ba

Zelfstandig naamwoord

baba

  1. baby
  2. pop
Afgeleide begrippen


Turks

Zelfstandig naamwoord

baba

  1. vader