grootvader
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Inhoud
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: grootvader (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɣroːtˌfaːdər/
Woordafbreking
- groot·va·der
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘vader van iemands vader of moeder’ voor het eerst aangetroffen in 1545 [1]
- samenstelling van groot en vader
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grootvader | grootvaders |
verkleinwoord | grootvadertje | grootvadertjes |
Zelfstandig naamwoord
grootvader m
- (familie) de vader van een ouder
- Na school ging de jongen altijd bij zijn grootvader langs.
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. de vader van een ouder
Gangbaarheid
- Het woord grootvader staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'grootvader' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstellingen in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Familie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %