ale

Niet te verwarren met: Ale

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  [A] ale    (hulp, bestand)
  • IPA: / el / (1 lettergreep)
• Geluid:  [B] ale    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈalə / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• ale

Woordherkomst en -opbouw

• [A] van Engels ale
• [B] geen meervoud, van Middelnederlands ael

[A]	enkelvoud	meervoud
naamwoord	ale	ales
verkleinwoord	aletje	aletjes

Zelfstandig naamwoord

[A] de ale m

1. Engels bier

   ▸ Hij deelde dan zijn befaamde root-beer-float Trail Magic uit: een wonderlijk Amerikaans gerecht dat bestond uit een bolletje vanille-ijs in een plastic bekertje met root-beer (een soort ginger ale).

[B]	enkelvoud	meervoud
naamwoord	ale	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

[B] de ale v

1. vocht dat uit de mest loopt

Synoniemen

• aal, aalt (uitspraakvarianten)

Hyperoniemen

• meststof

Vertalingen

    Engels bier   

Afrikaans: aal (af) Deens: ale (da) g Duits: Ale (de) o Engels: ale (en) Frans: ale (fr)

Jiddisch: עיל (yi) Limburgs: ale (li) Pools: ale (pl) Slowaaks: ale (sk) Tsjechisch: ale (cs) monbezield

Gangbaarheid

• Het woord 'ale' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Deens

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈεːjl /

Woordafbreking

• ale

Woordherkomst en -opbouw

• Ontleend aan het Engelse zelfstandige naamwoord ale, dat van het Oudengelse woord "alu" komt, dat weer met het Deense zelfstandige naamwoord øl verwant is

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	ale	alen	ales	alene alesenes
genitief	ales	alens	ales'	alenes alesenes

Zelfstandig naamwoord

ale

1. (drinken) ale

Hyperoniemen

• øl

Verwijzingen

• ale in:
  Det Danske Sprog- og Litteraturselskab
  Den Dankse Ordbog op website:ordnet.dk

Friulisch

Zelfstandig naamwoord

ale

1. vleugel

Kasjoebisch

Voegwoord

ale

1. maar

Synoniemen

• le
• leno

Limburgs

Zelfstandig naamwoord

ale

1. (drinken) ale; een Engelse biersoort

Hyperoniemen

• beer

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Middelengels

Uitspraak

• IPA: /aːl/, /aːlə/

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Angelsaksische ealu

Zelfstandig naamwoord

ale

1. ale

Verwante begrippen

• bridale

Overerving en ontlening

• Engels: ale
• Schots: yill, ale, aill, ayll

Middelnederlands

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Oudnederlandse *alo

Zelfstandig naamwoord

ale o

1. (drinken) aal; licht bier

Schrijfwijzen

• āle

Overerving en ontlening

• Nederlands: aal
• Limburgs: aal

Verwijzingen

• Middelnederlands Woordenboek - Instituut voor de Nederlandse taal

Nedersorbisch

Uitspraak

• IPA: /alɛ/

Voegwoord

ale

1. maar

Synoniemen

• pak

Oppersorbisch

Voegwoord

ale

1. maar

Pools

Voegwoord

ale

1. maar

Zelfstandig naamwoord

ale

1. (drinken) ale; een Engelse biersoort

Hyperoniemen

• piwo

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Schots

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Middelengelse ale

Zelfstandig naamwoord

ale

1. (drinken) ale

Schrijfwijzen

• aill
• ayll
• yill

Slowaaks

Woordafbreking

• ale

Voegwoord

ale

1. maar

Synoniemen

• no

Verwante begrippen

• však

Typische woordcombinaties

• nielen … ale aj
• nielen … ale i
• síce … ale

Partikel

ale

1. maar; versterkt de uitdrukking, meestal bij verrassing, bewondering of waardering

Verwante begrippen

• ozaj
• skutočne

Zelfstandig naamwoord

ale

1. (drinken) ale; een Engelse biersoort

Hyperoniemen

• pivo

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Toki Pona

ale in Sitelen Pona

Uitspraak

• Geluid:  ale    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈale/

Woordafbreking

• a·le

Woordherkomst en -opbouw

• van Nederlands alle

Zelfstandig naamwoord

ale

1. alles
2. bestaan
3. universum

Bijvoeglijk naamwoord

ale

1. elke, ieder

Hoofdtelwoord

ale

1. (in samengestelde getallen) honderd

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /alɛ/
• Geluid:  ale    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ale

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het woord a en het voegwoord -li

Voegwoord

ale

1. maar, echter; een tegenstelling uitdrukkend

   «Byla krásná, ale zlá.»

   Zij was mooi, maar slecht.

2. maar, maar toch; een gradatie uitdrukkend

   «Asi nebudete schopna mi poradit, ale i tak to zkouším.»

   Waarschijnlijk kunt u mij niet adviseren, maar ik probeer het toch.

3. echter; in een eenvoudige zin

   «Jako vládce ale činil náhlá rozhodnutí.»

   Als heerser maakte hij echter plotselinge beslissingen.

Synoniemen

• avšak
• nýbrž

Partikel

ale

1. maar; de positie van de spreker uitdrukkend

   «Ale mám tě rád.»

   Maar ik hou wel van je.

Afgeleide begrippen

• alebrž

Typische woordcombinaties

• ale, ale
• ale i
• nejen ... ale i

Verwante begrippen

• jenže

Tussenwerpsel

ale

1. (vaak twee keer achter elkaar: ale, ale) maar; drukt verbazing, onenigheid of ongenoegen uit

   «Ale, ale, copak se děje?»

   Maar, maar, wat gebeurt er hier?

Uitspraak

• IPA: /ɛjl/

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Engels

Zelfstandig naamwoord

ale monbezield

1. (drinken) ale; een Engelse biersoort

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	ale	ale
genitief	ale	ale
datief	ale	ale
accusatief	ale	ale
vocatief	ale	ale
locatief	ale	ale
instrumentalis	ale	ale

Hyperoniemen

• pivo o

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)