park
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- park
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘publieke wandeltuin’ voor het eerst aangetroffen in 1661 [1]
- van Middelnederlands parc en Frans parc [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | park | parken |
verkleinwoord | parkje | parkjes |
Zelfstandig naamwoord
park o
- groengebied bedoeld voor recreatie of natuurbehoud
- We hebben hier een prachtig park, het Umpstead State Park, waar ik graag ga wandelen.
- ▸ De preutsere Amerikanen, die in tegengestelde richting de John Muir Trail (een 350 kilometer lange trail door Ansel Adams Wilderness en de nationale parken van Yosemite, Sequoia en King’s Canyon) liepen, bleven stug naar de grond kijken terwijl ze in volle vaart doorbeenden.[4]
- verzameling gelijksoortige apparaten of goederen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een groengebied bedoeld voor recreatie of natuurbehoud
Gangbaarheid
- Het woord park staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "park" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "park" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ park op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Deens
Uitspraak
Woordafbreking
- park
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
park g
Verwijzingen
- park in: Det Danske Sprog- og Litteraturselskabop website:ordnet.dk
Engels
Uitspraak
Zelfstandig naamwoord
enkelvoud | meervoud |
---|---|
park | parks |
park
Werkwoord
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to park |
he/she/it | parks |
verleden tijd | parked |
voltooid deelwoord |
parked |
onvoltooid deelwoord |
parking |
gebiedende wijs | park |
park
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Deens
- Woorden in het Deens van lengte 4
- Woorden in het Deens met audioweergave
- Woorden in het Deens met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Deens
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 4
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Werkwoord in het Engels