parkeren
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- par·ke·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘een voertuig stallen’ voor het eerst aangetroffen in 1862 [1]
- afgeleid van het Engels of van het Franse parquer (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
parkeren |
parkeerde |
geparkeerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
parkeren
- overgankelijk (een voertuig) tijdelijk ergens plaatsen en laten staan
- ▸ Hij leefde in een zelf verbouwde kampeerbus en kon dankzij een kleine Smart, dat hij op een trailer achter zijn bus aan trok, overal naar toe rijden als hij zijn kampeerbus een tijdje bij een van zijn vrienden voor de deur had geparkeerd.[4]
- ▸ ‘We zijn er.’ Jack parkeerde de auto naast de grensmuur.[4]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. (een voertuig) tijdelijk ergens laten staan
Gangbaarheid
- Het woord parkeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "parkeren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "parkeren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ parkeren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ 4,0 4,1 Tim Voors “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden met boekreferenties
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %