schouder
Uiterlijk
- schou·der
- in de betekenis van ‘deel van romp tussen arm en hals’ voor het eerst aangetroffen in 1220.[1][2]
- erfwoord: Middelnederlands scoudere, scolder, ontwikkelt uit Oergermaans *skuldrō-; herkomst onduidelijk.[3] Evenzo Nederduits Schüller, Schuller, Duits Schulter en Fries skouder.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schouder | schouders |
verkleinwoord | schoudertje | schoudertjes |
de schouder m
- (anatomie) gewricht dat een bovenarm met de romp verbindt
- (anatomie) (bij uitbreiding) elk van de bovenste delen van de romp van de hals tot en met het begin van de bovenarm
- ▸ Hoewel de feesten de hoofdrol spelen, hebben ook enkele andere inspirerende en schilderachtige figuren een plaats gekregen. Zoals Franciscus, Hieronymus en Christofoor, die de hele wereld (het Christuskind) op zijn schouder draagt.[4]
- ▸ Ik was moe en had blauwe plekken op mijn schouders van mijn rugzakbanden.[5]
|
- Brede schouders hebben
Veel kunnen verdragen
- De schouders laten hangen
Moedeloos zijn, terneergeslagen zijn
- Elkaar op de schouders slaan
Teken van vreugde en enthousiasme
- Het zijn sterke schouders die de weelde kunnen dragen
Rijkdom bederft vaak het karakter
- Iemand een schouderklopje geven
Iemand een teken van goedkeuring of ondersteuning geven
- Iemand op de schouders nemen
Iemand publiekelijk huldigen
- Zijn schouders onder iets zetten
Zich voor iets inspannen
- op iemand schouders neerkomen
een grote verantwoordelijkheid hebben
- ∗ Daardoor kwam de verantwoordelijkheid voor het huis en het land ook grotendeels neer op de schouders van de kamerheer. Geoffrey Poke had zich al stevig geïnstalleerd aan de top van de hiërarchie van de bedienden toen Emont lord werd, en de combinatie van Geoffreys zucht naar macht en Emonts desinteresse gaf hem de gelegenheid om zijn positie verder uit te breiden.[6]
1. deel van romp tussen arm en hals
vervoeging van |
---|
schouderen |
schouder
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schouderen
- Ik schouder.
- gebiedende wijs van schouderen
- Schouder!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schouderen
- Schouder je?
- Het woord schouder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schouder" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[7] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "schouder" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ schouder op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Kroonen, Guus, Etymological Dictionary of Proto-Germanic, Leiden: Brill, 2013; blz. 450
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 7
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Danielle Teller (vert. Marja Borg)“Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026346477
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Erfwoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Anatomie in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %