rechterschouder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rech·ter·schou·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rechter bn en schouder zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rechterschouder | rechterschouders |
verkleinwoord | rechterschoudertje | rechterschoudertjes |
Zelfstandig naamwoord
de rechterschouder m
- (anatomie) de schouder aan de overzijde van waar zich in het lichaam gewoonlijk het hart bevindt
- ▸ Op de achtergrond krabbelt Beckerbauer overeind, het Italiaanse en Duitse gediscussieer gaat langs hem heen. Zijn gezicht heeft een pijnlijke grimas. Hij grijpt naar zijn rechterschouder en voelt dat het mis is.[1]
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord rechterschouder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Plaatje 1970: Franz Beckenbauer” (Maandag 30 juni 2014, 15:13), NOS