gewricht
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·wricht
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘beweegbare beenderverbinding’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gewricht | gewrichten |
verkleinwoord | gewrichtje | gewrichtjes |
Zelfstandig naamwoord
gewricht o
- (anatomie) beweegbare verbinding van twee of meer beenderen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. verbinding
Gangbaarheid
- Het woord gewricht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "gewricht" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.