schouderdoek

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  schouderdoek    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• schou·der·doek

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  schouder zn  en  doek zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	schouderdoek	schouderdoeken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de schouderdoek m

1. (kleding) doek die men over de schouders draagt

   ▸ Maar alles wat u op uw manier hebt ingezouten, is zo goed dat moeder zegt dat zij het nergens zo gegeten heeft, voegde zij er met een glimlach aan toe, terwijl zij Agafja Michajlovna's schouderdoek gladstreek.

   ▸ Een paar jaar geleden hebben we nog een partij schouderdoeken voor Staphorst geleverd, iets wat we meer dan honderd jaar gedaan hebben. En voor Spakenburg maakten we de lange geruite schort, en voor Volendam het oranje gestreepte schort.”

Gangbaarheid

• Het woord schouderdoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.