breken
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bre·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
breken |
brak |
gebroken |
klasse 4 | volledig |
Werkwoord
breken [3]
- ergatief (algemeen) in stukken uiteenvallen
- De ruit is vanmiddag gebroken.
- ergatief een doorgang, scheiding forceren
- ergatief (van de jongensstem) wisselen
- In de puberteit breekt de jongensstem
- overgankelijk (natuurkunde) (optica) veranderen van richting van stralen
- Het prisma breekt de lichtstraal.
- ▸ Wanneer een lichtstraal op het scheidingsvlak van twee verschillende middenstoffen valt, zal hij in het algemeen voor een gedeelte worden teruggekaatst en voor het overige gedeelte gebroken worden.[4]
- overgankelijk in stukken uiteen doen vallen
- Vanmiddag brak een hevige windvlaag de ruit van de voorkamer.
- ▸ Hij had meerdere ribben gebroken en had maanden moeten revalideren.[5]
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vaste voorzetsels
- breken met
Uitdrukkingen en gezegden
- De staf over iets/iemand breken
iets/iemand afkeuren
- Een lans breken voor iemand
het voor iemand opnemen ofwel: voor iemand de best doen diegene ergens mee te helpen iets te verkrijgen
- Een potje kunnen breken (bij iemand)
iemand wordt niet gauw boos
- Ergens een lans voor breken
- Het ijs is gebroken
na een kil begin is men vriendelijk tegen elkaar
- Iemand kunnen maken en breken
de mogelijkheid hebben te beslissingen over iemands leven en dood en welbevinden
- Je kan geen omelet maken zonder eieren te breken.
om iets te bereiken moet je kosten maken of moeite doen
- Langzaam aan, dan breekt het lijntje niet.
je kunt beter rustig doorwerken, dan kan er het minste fout gaan
- Men kan geen ijzer met handen breken.
iets niet doen omdat er op dat moment de tijd/middelen niet voor handen zijn
- Nood breekt wet.
bij moeilijke omstandigheden is er meer geoorloofd
- Nu breekt mijn klomp.
van verbazing niet meer weten wat te zeggen
Vertalingen
1. in stukken uiteenvallen
4. veranderen van richting van stralen
5. in stukken uiteen doen vallen
Gangbaarheid
- Het woord breken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "breken" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[6] |
Verwijzingen
- ↑ "breken" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ breken op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron
Stadt, H. van de“Beknopt leerboek der natuurkunde” (1870) - ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Sterk werkwoord klasse 4 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Natuurkunde in het Nederlands
- Optica in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %