hoofdbreken

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoofd·bre·ken
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdbreken hoofdbrekens
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het hoofdbrekeno

  1. een probleem waar men nog hard over moet nadenken; een moeilijk of lastig probleem
    • Afgesproken is ook de pensioenpremie voor ten minste vijf jaar stabiel te houden. 'Daardoor weten werkgevers waar ze aan toe zijn. De komende jaren hoeven ze zich niet langer zorgen te maken over een stijging van de pensioenlasten, die een belangrijk onderdeel vormen van de totale loonkosten. In deze onstuimige economische omstandigheden is dat een hoofdbreken minder', zegt onderhandelaar Ron Follon van werkgeversorganisatie FWT hierover. [2] 
    • De ontsluiting van Industrieterrein De Molenkamp vormt op dit moment nog het grootste hoofdbreken bij de Gemeentelijke Verbindingsweg. Ook de exacte positie van de tunnel onder het spoor is nog onderwerp van onderzoek. [3] 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen