tienduizend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Telwoord (nl)
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29
30 31 32 33 34 35 36 37 38 39
40 41 42 43 44 45 46 47 48 49
50 51 52 53 54 55 56 57 58 59
60 61 62 63 64 65 66 67 68 69
70 71 72 73 74 75 76 77 78 79
80 81 82 83 84 85 86 87 88 89
90 91 92 93 94 95 96 97 98 99
100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000
106 109 1012 1015 1018 1021 1024 1027 1030 1033
1036 1039 1042 1045 1048 1051 1054 1057 1060 1063
1066 1069 1072 1075 1099 10100 10120 10303 103003
Uitspraak
Woordafbreking
  • tien·dui·zend
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

tienduizend

  1. 10 x 1000, de vierde macht van tien, in Arabische cijfers 10000
     Als Zweden, juist Zweden, zich bij de kernwapenclub aansloot, welke conclusies zouden ze dan trekken in Israël en Egypte, India en Pakistan, Zuid-Afrika, Noord-Korea, Brazilië, Argentinië enzovoort? In zo'n wereld zou er maar één gekke generaal in een van die landen nodig zijn die op de verkeerde knop drukt om een kernwapenwinter op aarde teweeg te brengen die tienduizend jaar zou duren.[1]
Afgeleide begrippen
enkelvoud meervoud
naamwoord tienduizend tienduizenden
verkleinwoord tienduizendje tienduizendjes

Zelfstandig naamwoord

het tienduizendo

  1. het getal 10000
    • In het wild leven er van deze vogel nog maar enkele tienduizenden. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044645149
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be