panter

Uit WikiWoordenboek
Een zwarte panter (P.onca)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pan·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘katachtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord panter panters
verkleinwoord pantertje pantertjes

Zelfstandig naamwoord

de panterm

  1. (roofdieren) benaming voor verschillende grote katachtige roofdieren
    • Sommige panters zijn prachtige zwarte dieren, andere zijn gevlekt. 
    1. luipaard, vooral de Aziatische variant Panthera pardus op Wikispecies
    2. jaguar P. onca op Wikispecies
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
Anagrammen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Turks

Woordafbreking
  • pan·ter
enkelvoud meervoud
nominatief   panter     panterler  
genitief   panterin     panterlerin  
datief   pantere     panterlere  
accusatief   panteri     panterleri  
locatief   panterde     panterlerde  
ablatief   panterden     panterlerden  

Zelfstandig naamwoord

panter

  1. (roofdieren) panter, luipaard
Synoniemen