tijger

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Een tijger
Uitspraak
Woordafbreking
  • tij·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tijger tijgers
verkleinwoord tijgertje tijgertjes

Zelfstandig naamwoord

tijger m

  1. (roofdieren) bepaald soort zoogdier, Panthera tigris op Wikispecies, een grote katachtige met een geelachtige huid en donkere strepen
    • De tijger behoort tot de bedreigde diersoorten. 
    • De Bengaalse tijger leeft in Zuidoost-Azië. 
Hyperoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Een tandeloze tijger
Iets wat of iemand die machteloos staat
  • Een papieren tijger
Iets wat of iemand die ogenschijnlijk (bijv. op papier) veel macht heeft, maar in de praktijk weinig tot niets kan uitrichten
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
tijgeren

tijger

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tijgeren
    • Ik tijger. 
  2. gebiedende wijs van tijgeren
    • Tijger! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tijgeren
    • Tijger je? 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen