huiskat

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

huiskat
Uitspraak
Woordafbreking
  • huis·kat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord huiskat huiskatten
verkleinwoord huiskatje huiskatjes

Zelfstandig naamwoord

huiskat v / m

  1. (roofdieren) getemde katachtige, een van de oudste huisdieren van de mens, Felis catus op Wikispecies
    • Een huiskat is de tamme variant van de wilde kat, is minder ondernemend en heeft puntige in plaats van een stompe staart. 
    • White privilege, de ouderenzorg, het populisme, de klimaatverandering, de nieuwe Verlichting, huiskatten, Afrikaanse mode & identiteit, de populariteit van Rotterdam. Het is slechts een greep uit het uitgebreide programma van de jaarlijkse Rotterdamse debatnacht. Aan de derde editie werken opiniemakers mee onder wie Sunny Bergman en Hugo Borst maar ook topdebaters die het tegen elkaar opnemen, Denker des Vaderlands Marli Huijer, filosoof Henk Oosterling, bioloog Kees Moeliker, fashion activiste Janice Deul én de pianisten Eloisa Falero Suanzes en Bilyana Grudanska. [2] 
Synoniemen
Verwante begrippen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Caspar Naber 8 december 2016
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be