circuspanter
Uiterlijk
- cir·cus·pan·ter
- samenstelling van circus en panter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | circuspanter | circuspanters |
verkleinwoord | circuspantertje | circuspantertjes |
de circuspanter m
- een panter die optreedt of optrad in een circus
- Het woord 'circuspanter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.