expert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ex·pert
Woordherkomst en -opbouw
  • van Frans expert, in de betekenis van ‘deskundige’ voor het eerst aangetroffen in 1829 [1]
  • als bijvoeglijk naamwoord afgeleid uit het Frans; uit het Latijn expertus [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord expert experten
experts
verkleinwoord expertje expertjes

Zelfstandig naamwoord

de expertm

  1. iemand die bijzonder goed bekend is met een bepaald onderwerp
    • Hij is een echte expert op dit gebied. 
     Dus waarom niet leren blowen tussen experts? Ik nam een paar trekken van de splif na mijn bistromaaltijd, maar er gebeurde niets. Waarschijnlijk verwachtte ik er te veel van.[3]
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • ex·pert
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

expert

  1. (verouderd) expert-; als een vakman
    «Die Dame in Moskau ist sicherlich als Revolutionärin expert
    De dame in Moskou is zeker een expertrevolutionair.
Gelijkklinkende woorden
Synoniemen


Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
expert experts

Zelfstandig naamwoord

expert

  1. expert


Slowaaks

Zelfstandig naamwoord

expert mbezield

  1. expert; iemand die bijzonder goed bekend is met een bepaald onderwerp
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • ex·pert
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

expert mbezield

  1. expert; iemand die bijzonder goed bekend is met een bepaald onderwerp
    «Podle dopravního experta však segwaye na chodník nepatří.»
    Volgens de verkeersexpert hoort de segway echter niet op het trottoir.
Verbuiging



Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Meer informatie

Verwijzingen