bestuur

2. Het bestuur van de vereniging Wikimedia Nederland.

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bestuur    (hulp, bestand)
• IPA: /bə'styr/

Woordafbreking

• be·stuur

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van stuur (stam van het werkwoord sturen) met het voorvoegsel be-

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bestuur	besturen
verkleinwoord	bestuurtje	bestuurtjes

Zelfstandig naamwoord

bestuur o

1. (bedrijfskunde) manier waarop een organisatie wordt geleid

   • Het bestuur van onze vereniging is van zeer goede kwaliteit. 

2. groep van mensen die de leiding van een organisatie heeft

   • Het bestuur had 7 leden. 

Verwante begrippen

• administratie, beheer, bewind, directie, heerschappij, management, regering
• bedrijfsleiding, directoraat, leiding, top, toplaag, besturen

Hyponiemen

   

EG-bestuur EU-bestuur Elfstedenbestuur OCMW-bestuur Sovjetbestuur VN-bestuur afdelingsbestuur afdelingsbestuurder albestuur armbestuur bankbestuur bedrijfsbestuur beursbestuur boerenbestuur bondsbestuur burgerbestuur centralebankenbestuur clubbestuur collegebestuur deelraadbestuur dijkbestuur dijksbestuur districtsbestuur dorpsbestuur e-bestuur eendagsbestuur eilandbestuur eilandsbestuur faculteitsbestuur federatiebestuur fondsbestuur fractiebestuur gebiedsbestuur gemeentebestuur gerechtsbestuur gildebestuur godsbestuur havenbestuur hoofdbestuur interim-bestuur jeugdbestuur judobestuur kandidaat-bestuur kerkbestuur landbestuur landsbestuur medebestuur middenbestuur moskeebestuur museumbestuur omroepbestuur ondernemingsbestuur opperbestuur overgangsbestuur overheidsbestuur parochiebestuur partijbestuur pensioenfondsbestuur polderbestuur provinciebestuur raad van bestuur regiobestuur rijksbestuur schoolbestuur sectiebestuur senaatsbestuur staatsbestuur stadbestuur stadsbestuur stadsdeelbestuur stafbestuur stichtingsbestuur studentenbestuur synodebestuur tussenbestuur universiteitsbestuur verenigingsbestuur wanbestuur waterschapsbestuur zelfbestuur ziekenhuisbestuur zwembadbestuur

Afgeleide begrippen

   

besturenbond besturenorganisatie besturenraad bestuursaansprakelijkheid bestuursadviseur bestuursafgevaardigde bestuursakkoord bestuursambt bestuursambtenaar bestuursapparaat bestuursassistent bestuursautonomie bestuursbeleid bestuursbesluit bestuursbevoegdheid bestuurscentrum bestuurscollege bestuurscomité bestuurscommissie bestuursconflict bestuurscrisis bestuurscultuur bestuursdecreet bestuursdepartement bestuursdienst bestuursdiner bestuursdocument bestuursdwang bestuurseenheid bestuurselite bestuurservaring bestuursfunctie bestuursgebouw bestuursgenoot bestuurshamer bestuurshervorming bestuurshoofd bestuursinstelling bestuurskamer bestuurskantoor bestuurskosten bestuurskracht bestuurskringen bestuurskunde bestuurslaag bestuurslichaam bestuurslid bestuurslidmaatschap bestuursmacht bestuursmandaat bestuursmeerderheid bestuursminister bestuursmodel bestuursniveau bestuursopzichter bestuursorgaan bestuursorganisatie bestuursovereenkomst bestuurspartij bestuursperiode bestuursploeg bestuurspost bestuurspraktijk bestuursprobleem bestuursprocesrecht bestuursprogramma bestuursraad bestuursrecht bestuursrechter bestuursrechtspraak bestuursreglement bestuursressort bestuurssamenstelling bestuursschool bestuurssecretariaat bestuurssecretaris bestuursstaf bestuursstelsel bestuursstijl bestuursstructuur bestuursstuk bestuurssysteem bestuurstaak bestuurstaal bestuurstafel bestuurstermijn bestuurstop bestuursvacuüm bestuursverandering bestuursverantwoordelijkheid bestuursvergadering bestuursverkiezing bestuursverslag bestuursvoorstel bestuursvoorzitter bestuursvoorzittersduo bestuursvorm bestuurswerk bestuurswetenschap bestuurswijziging bestuurswisseling bestuurszaak bestuurszetel

Vertalingen

    1. de leiding van een organisatie, de verzameling managers   

Noors: styre (no) o Nynorsk: styre (nn) o

Pools: zarząd (pl) m Spaans: gobierno (es) m, administración (es) v, gestión (es) v, jefatura (es) v, junta (es) v, mando (es) m

Werkwoord

vervoeging van
besturen

bestuur

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van besturen
   

   • Ik bestuur. 

2. gebiedende wijs van besturen
   

   • Bestuur! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van besturen
   

   • Bestuur je? 

Gangbaarheid

• Het woord bestuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "bestuur" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.