management

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·nage·ment
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘bestuur van een onderneming’ voor het eerst aangetroffen in 1970 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord management -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het managemento

  1. (bedrijfskunde) de leiding van een organisatie, de verzameling managers
    • De laatste jaren merken wij dat ons werk door de regeldrang van het management praktisch onmogelijk wordt gemaakt 
  2. (bedrijfskunde) de activiteit van het besturen van een organisatie
Synoniemen
  1. [1] bedrijfsleiding, bestuur, directie, leiding
  2. [2] administratie, beheer
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Zelfstandig naamwoord

management

  1. (bedrijfskunde) management.


Frans

Zelfstandig naamwoord

management

  1. (bedrijfskunde) management.