Naar inhoud springen

stuur

Uit WikiWoordenboek
Fietsstuur
  • stuur
enkelvoud meervoud
naamwoord stuur sturen
verkleinwoord stuurtje stuurtjes

het stuuro

  1. een hulpmiddel waarmee een bestuurder richting kan geven aan een voertuig
    • De politie vond bloedsporen op het stuur van de auto. 
vervoeging van
sturen

stuur

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sturen
    • Ik stuur. 
  2. gebiedende wijs van sturen
    • Stuur! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sturen
    • Stuur je? 
     Zet je vertrekdatum alvast in je agenda en stuur me een kaartje als je onderweg bent, zo kan ik ook een beetje van jouw avontuur meegenieten.[2]
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1. stuur op website: Etymologiebank.nl
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be